Vrijheid voor greenkeepersteam betaalt zich uit

Bron: Greenkeeper.nl

Op Midden-Brabant werkt een hecht team met ervaren greenkeepers

Met MLSN, wormencompost en de juiste combinatie van bewerkingen probeert Golfclub Midden-Brabant zich te wapenen tegen dollarspot. De aanpak werkt gedeeltelijk; de golfbaan werkt al jaren vrijwel volledig op een duurzame manier. Voor de rubriek Team in beeld gaan we deze keer op bezoek bij Midden-Brabant. Wie zorgen er voor het baanonderhoud, wat doen ze anders dan anderen en op welke problemen stuit het team?

Het regent pijpenstelen als we begin februari de parkeerplaats op rijden bij Golfclub Midden-Brabant. De golfbaan heeft in januari 118 mm neerslag gehad en ook februari begint nat. We bezoeken de golfbaan op een woensdag. Die dag is in zijn geheel gereserveerd voor gastspelers en commercie, zoals greenfees, groepen, bedrijven en Golf Chain’ers, en dus spelen er in principe geen leden. Exploitant Joep Verheijen legt uit: ‘Leden zijn hier lid van donderdag tot en met dinsdag: woensdag houden we dus in principe vrij voor semicommerciële activiteiten, uitzonderingen daargelaten. Op alle andere dagen van de week zijn gastspelers ook van harte welkom, maar dan zijn we gebonden aan een maximum aantal.’

Dat maximum aantal wordt tegenwoordig vaak gehaald, want de golfclub heeft in 2020 veel nieuwe leden mogen verwelkomen. Verheijen: ‘De golfclub heeft nu 940 leden, al zijn dat niet allemaal full members. De jeugd tot en met 18 jaar, jongvolwassenen van 19 t/m 35 jaar en medioren van 36 t/m 50 jaar betalen hier een instaptarief, dat oploopt naarmate ze ouder worden. Bij de medioren wordt een fair use policy gehanteerd van 50 rondes per jaar. Eigenlijk hebben wij capaciteit voor maximaal 900 leden, maar omdat jongeren en nog werkende golfers op heel andere tijden spelen dan senioren, kunnen we het aan.’

Ledenbaan of commercieel
Verheijen is sinds de aanleg in 2001 de exploitant van Golfclub Midden-Brabant. Deze golfbaan ligt in Esbeek in Noord-Brabant, op nog geen 10 minuten rijden van de grens met België. De golfbaan beslaat zo’n 57 hectare en heeft een 18-holesparkbaan, die is ontworpen door Alan Rijks. Verder bevat het terrein een 9-holes-par-3-baan en een gedeeltelijk overdekte drivingrange. De grond is in handen van verzekeringsgroep ASR, die het via een projectontwikkelaar verpacht aan de huidige exploitant. Golfbaan Midden-Brabant werd in 2015 uitgeroepen tot golfbaan van het jaar en staat ook onder spelers goed bekend, met een gemiddelde beoordeling van 8,1 op platform Leading Courses.

Midden-Brabant is dus een combinatie van een ledenbaan en een commerciële baan. Volgens Verheijen is het altijd een uitdaging om de verhouding tussen leden en gastspelers in balans te houden. ‘Een lid dat 1200 euro speelrecht betaalt, zal Midden-Brabant omschrijven als “zijn baan”. Daar kan ik ze geen ongelijk in geven. Maar ook gastspelers, zoals greenfee- en Golf Chain-spelers, zijn dus van harte welkom. Toen de baan minder leden had, waren de aantallen groter in de week dat gastspelers en groepen werden toegelaten. Nu is alleen de woensdag voor een onbeperkt aantal gastspelers en niet-leden gereserveerd; op alle andere dagen worden zij dus in beperkte aantallen toegelaten. Zo eerlijk moet je dan ook zijn tegenover het bestuur van de vereniging.’

Hecht team
De huidige hoofdgreenkeeper, Koen Verhelst, werkt ook sinds het begin op golfbaan Midden-Brabant. Verhelst was hoofdgreenkeeper op Golfclub Drie Eycken in België toen hij door de aannemer gevraagd werd om op Midden-Brabant te ondersteunen. Hij maakte de grow-in van de golfbaan mee en werd er hoofdgreenkeeper. ‘We begonnen toen met een team van vijf greenkeepers. Drie daarvan werken nog steeds op de golfbaan’, vertelt Verhelst. Naast de Belgische hoofdgreenkeeper zijn er vier andere greenkeepers: Jorg de Wit, Frank de Bresser, Gideon Elderkamp en Michel Elderkamp. Verhelst woont net over de grens, op korte afstand van de baan. Verloop onder de greenkeepers is er nauwelijks. ‘Het team waarmee we hier werken, is heel belangrijk’, benadrukt Verhelst. ‘Het scheelt dat er geen verloop is. Ik heb ook geen assistent-hoofdgreenkeeper, omdat we een heel hecht team hebben. We vertrouwen elkaar en kunnen elkaars taken invullen, dus een assistent is ook niet nodig. Als ik op vakantie of vrij ben, is er wel een greenkeeper die de honneurs waarneemt, maar niet met de titel assistent.’

Het team op Midden-Brabant wordt aangevuld met een weekendkracht en een sw’er die twee dagen in de week klusjes doet. De greenkeepers op Midden-Brabant zijn niet in dienst van de golfclub, maar van de exploitant. Ze krijgen alle vrijheid om hun werk te doen. Verheijen legt uit: ‘Je kunt iedereen aansturen, maar met een hoofdgreenkeeper als Koen aan het roer is dat niet nodig. De greenkeepers krijgen alle vertrouwen en dat beschamen ze niet. De horeca en boekhouding besteed ik uit, omdat ik daar geen verstand van heb. De greenkeeping is voor mij hetzelfde: ik bemoei me er niet mee. Op het gebied van pesticidenvrij beheer werken ze heel vooruitstrevend. Ik ben zeker tevreden over de baan.’

Vertrouwen
Verhelst beaamt dat dit voor de greenkeepers fijn werken is. Zij staan rechtstreeks in contact met de exploitant en hebben weinig met de vereniging te maken. De golfclub heeft een baancommissie en sinds kort een baancommissaris, maar zij kijken vooral regeltechnisch naar de baan of koppelen problemen terug. ‘En ze mogen zeker ideëen aandragen’, vertelt Verhelst. ‘Maar zij beslissen bijvoorbeeld niet of de greens sneller of trager moeten. Dat is echt een voordeel van werken op deze golfbaan.’ Geplande vergaderingen hebben Verheijen en Verhelst zelden. De hoofdgreenkeeper mag investeren in de baan waar dat nodig is. Alleen voor grote uitgaven is toestemming nodig. Verder berust de relatie op onderling vertrouwen. Verhelst: ‘Wij vergaderen niet elke week of maand, maar alleen als het nodig is. Omdat we één op één werken, kunnen we veel dingen direct oplossen.’

‘Ik heb geen assistent-hoofdgreenkeeper, omdat we een heel hecht team hebben’

Sparren met adviseur
Bij het onderhoud wordt Verhelst sinds drie jaar bijgestaan door een adviseur: Seve Schmitz van Golfplatzberatung Schmitz. Schmitz is een Brit die in Düsseldorf woont. Na een periode waarin hij als hoofdgreenkeeper werkte, ging hij aan de slag als zelfstandig adviseur. Verhelst kwam hem op internet tegen en besloot hem als adviseur te vragen. ‘De adviseur is onze leidraad: handig als ruggensteun en om mijn kennis te verbreden. We hebben veel telefonisch contact, bijvoorbeeld als hij ziet dat er in zijn regio ziektes uitbreken’, zegt Verhelst. Verhelst ziet het als voordeel dat zijn adviseur onafhankelijk is en niet gebonden is aan producten. ‘Elk jaar maken we een analyse van vijf dezelfde greens om te kijken hoe ze zich ontwikkelen; daarna maakt hij een bemestingsplan. Daar koppelt hij wel een product aan, maar ik ben niet verplicht dat te nemen. We kijken welk Nederlands product er het best bij past.’

Steve Schmitz loopt al ruim vijftig jaar mee in de greenkeepingwereld, eerst in Engeland en later in Duitsland. Sinds 2014 werkt hij als zelfstandig adviseur. ‘De samenwerking met Koen Verhelst en Joep Verheijen verloopt goed; we kunnen goed met elkaar opschieten’, vertelt Schmitz als we hem ernaar vragen. ‘In het begin kwam ik minstens twee keer per jaar op de golfbaan. Nu is dat door de coronacrisis alweer even geleden. Ik hoop er snel weer heen te kunnen.’ Het voornaamste doel van Schmitz’ advies is om pesticidevrij te werken. ‘We hebben een heel programma opgesteld om daarnaartoe te werken. Veel hangt af van het effect van biologische methodes en de sterkte van de grasplant. We proberen de samenstelling van de bodem te veranderen, de hoeveelheid Poa annua te verminderen en het aantal meerjarige grassen te verhogen, zodat het gras tegen een schimmelaanval kan.’ Belangrijk daarbij is de juiste hoeveelheid voeding. ‘Midden-Brabant heeft een aantal waarden die niet helemaal in balans zijn’, zegt Schmitz. ‘De hoeveelheid calcium en magnesium is laag. Die waarden monitoren we en proberen we met de juiste voeding te verhogen. Dat heeft tijd nodig. De pH-waarden zijn al goed, dus je wilt niet te veel toepassen.’

Golfclub Midden-Brabant is de enige Nederlandse baan die advies krijgt van Seve Schmitz; verder is hij vooral betrokken bij banen in Duitsland. Hij ziet een duidelijk verschil tussen Nederland en Duitsland als het om baanonderhoud gaat. ‘In Nederland is veel meer respect voor golfbanen dan in Duitsland’, zegt Schmitz. ‘Natuurlijk moeten golfbanen inkomsten genereren. Ik zie al een aantal jaar dat banen in Duitsland meer naar de winst kijken en minder naar agronomie: de winst gaat boven wat goed is voor de baan op lange termijn. In Nederland zie ik dat niet, niet op Midden-Brabant en ook niet op andere banen. Men begrijpt beter dat het tijd kost om een golfbaan goed te krijgen.’

Een van de dingen die Verhelst vooral waardeert aan Schmitz, is diens onafhankelijkheid. Volgens Schmitz is dat in de huidige markt best lastig. ‘Uiteindelijk moet je toch producten van iemand aanraden. Het is voor mij makkelijk om onafhankelijk te blijven, maar mensen hebben al snel het gevoel dat je één product boven een ander verkiest. Natuurlijk probeer je dat te vermijden, maar het blijft een feit dat bepaalde producten het gewoon erg goed doen.’ Verhelst is zelf dan ook een hoofdgreenkeeper die niet alles ‘bij dezelfde bakker koopt’, zo geeft hij aan. Zowel bemesting als graszaden koopt hij van verschillende merken bij meerdere leveranciers. Verhelst: ‘Eén bedrijf heeft nooit alles wat ik zoek. Daarom koop ik bij verschillende bedrijven in, zowel in België als Nederland. Sommige producten zijn namelijk goedkoper in België dan hier.’

Bemesting op basis van groeipotentieel
Golfclub Midden-Brabant startte in 2015 met biologisch en duurzaam beheer, destijds nog onder Ian McMillan, een adviseur met veel kennis op het gebied van biologisch onderhoud. Waar voor die tijd nog vier tot zes keer per jaar fungiciden gebruikt werden, is dat teruggebracht tot één keer per jaar. Verhelst: ‘Wij hebben hier vaak problemen met dollarspot. In 2020 viel het mee en heb ik één keer gespoten met Signum: eind augustus, toen er een hittegolf voorspeld werd. We hadden toen al dollarspot, maar het bleef sluimeren en brak niet door. Met het oog op de langere nachten in die periode, en dus meer dauwvorming, hebben we preventief gespoten. Daarmee is de druk redelijk afgeremd en zijn de greens, met wat mechanische bewerkingen, redelijk goed hersteld.’ De greenkeepers gebruiken fungiciden ook alleen op greens en niet op voorgreens, tees en fairways. ‘Dat is ook een voordeel hier: een bepaalde mate van ziekte wordt getolereerd op de greens, als de golfer er maar geen last van heeft met putten.’ Onkruid wordt lokaal bestreden als het nodig is, maar volgens Verhelst zijn daar weinig problemen mee.

Bij het bemesten werkt het team, op advies van Schmitz, volgens het MLSN-principe: minimum levels of sustainable nutrition. Verhelst legt uit: ‘We bemesten aan de hand van de grasgroei. Je kunt natuurlijk een bemestingsplan maken en elke periode een hoeveelheid geven. Maar stel dat je net in de week van bemesting wind uit het oosten hebt, of te veel grasgroei, dan kun je beter niet bemesten. Wij kijken daarom altijd naar het groeipotentieel.’ De bemesting wordt daaraan aangepast. ‘In het voorjaar starten we altijd met vloeibare bemesting. Net voor de stressperiode geven we korrelmest op organische basis, die tijdens de stressperiode langzaam vrijkomt. In de zomer vullen we dat aan met vloeibare bemesting in kleine doses.’

Gevoelig voor dollarspot
In het voorjaar hebben de greenkeepers nu een vaste aanpak. In 2017 was er een ernstige dollarspotaantasting op de golfbaan. De bewerkingen in het najaar pakten niet goed uit: de grasmat groeide niet dicht en ging slecht de winter in. In het voorjaar moest er dus iets gebeuren. Verhelst zette een proef op met wormencompost en Biovin. Op een aantal greens werd wormencompost en Biovin toegepast in combinatie met zand, andere greens bleven onbehandeld. Verhelst: ‘We zagen dat de greens die behandeld waren, sneller herstelden dan de onbehandelde greens. Die herstelden uiteindelijk ook, maar trager.’

De bemesting wordt gedaan volgens MLSN-richtlijnen

Sindsdien wordt elk voorjaar wormencompost toegepast zodra de bodemtemperatuur goed is, in combinatie met Biovin. Biovin dient als voedingsstof voor de wormencompost. Het is een organisch en energierijk extract van gehumificeerde druivenresten en bevat veel natuurlijke suikers, rhizobacteriën en schimmels. ‘Zo proberen we op een natuurlijke manier het bodemleven te activeren met topdressing en de viltlaag af te breken’, aldus Verhelst. Bij het toedienen van Biovin en wormencompost wordt ook direct doorgezaaid. Dat gebeurt in twee richtingen, zodat er heel veel gaatjes op de green zijn. In het voorjaar wordt opgestart met gewoon struisgras, in het najaar meer roodzwenk. Verhelst: ‘We maaien dan ook wat hoger, zodat het gras meer kans heeft om zich te ontwikkelen.’ Op de greens zaait het team met een prikrol van BLEC, op de voorgreens, fairways en tees met een Vredo-machine. Afwisselend wordt het ene jaar DLF gezaaid en het andere jaar Barenbrug, voor een optimaal grasbestand.

Eigen beleid
In de loods heeft Midden-Brabant voornamelijk machines van Jacobsen staan voor de greens, voorgreens en tees. Twintig jaar geleden is de golfbaan begonnen met een volledig pakket van dit merk. Verhelst is daar tevreden over: de machines zijn betrouwbaar, hebben goede kooien en vereisen weinig onderhoud. ‘Maar als ik mocht kiezen, zou ik twee merken combineren’, vertelt de hoofdgreenkeeper. ‘Het onderstel van een John Deere en de kooien van Jacobsen. Helaas kan dat niet. Maar omdat John Deere uit de landbouw komt, loopt dat merk ergonomisch gezien wel een stapje voor op andere merken, is mijn ervaring.’ Verder hebben de greenkeepers een bunkerhark van Toro en een fairwaymaaier van John Deere, vijfdelig. Het werken daarmee duurt iets langer dan met de 405 van Jacobsen die de baan eerst had, maar de machine is voor de greenkeepers makkelijker af te stellen. Ze hebben er een speciale voorrol op laten maken die werkt als groomer. Verhelst: ‘Vroeger moesten we regelmatig verticuteren of met de cirkelmaaier erover, maar nu niet meer. We hebben een redelijk goede gesloten grasmat, mede door de voorrol die het lange gras omhoog zet. Zo’n voorrol is veel goedkoper dan een groomer, die ook ander vuil in de kooi brengt.’

Het beleid op Midden-Brabant is dat machines in principe alleen vervangen worden als dat echt nodig is. Verhelst geeft greenkeepers altijd mee om er netjes mee om te gaan. ‘Ik zie weleens golfbanen die een eigen monteur hebben, maar een goed greenkeepersteam moet óók zorg kunnen dragen voor de machines, vind ik. Dat gebeurt niet op alle banen. Hier benadrukken we altijd: je rijdt van het geld uit de portemonnee van iemand anders. In de loods hebben we machines van twaalf jaar oud staan en die rijden nog altijd.’

GAB en NGA
Verhelst is naast zijn werk als hoofdgreenkeeper actief in het bestuur van de GAB, de Belgische greenkeepersorganisatie. Hij was samen met Koert Donkers initiatiefnemer van de regiodag zuid, waarbij een kennisdag georganiseerd wordt voor greenkeepers uit Vlaanderen en uit het zuiden van Nederland. Met meer dan 100 deelnemers is dat elk jaar een succes. De GAB organiseert daarnaast regelmatig vergaderingen en evenementen waar tientallen greenkeepers op afkomen, met als hoofddoel om kennis te delen en te socializen. Begin februari werd bijvoorbeeld voor het eerst een webinar georganiseerd. Verhelst: ‘Die evenementen zijn best wel een succes. In Nederland doet de regio zuid van de NGA ook veel, maar in andere regio’s zou meer kunnen gebeuren. Er liggen zeker kansen om daar iets mee te doen, maar je bent ook afhankelijk van vrijwilligers. De NGA is dan weer sterk op andere vlakken.’

Wonderwater
De fairways op de baan zijn voorzien van beregening, maar de wateraanvoer is afhankelijk van een beregeningsvijver. Valt er geen water, dan zal de aanvoer ook stokken. Verhelst: ‘We proberen kort op de bal te spelen en de schade minimaal te houden. Als het tien dagen droog is wordt het gras weleens bruin, maar zolang het niet doodgaat is dat niet erg. Na één bui kan het al herstellen. De greens, voorgreens en tees doen we eerst. We hebben niet altijd genoeg water om de fairways groen te houden. Ik heb het geluk dat het hier ook niet altijd groen hoeft te zijn. Dat hoeft ook niet, vind ik. Als ik nu naar de greens kijk, zijn ze door de vele neerslag eigenlijk te groen. In de natuur is het ook niet altijd groen: gras wordt wat bruiner en in het voorjaar komt de kleur terug. Dat vind ik juist de charme van golf.’

Biodiversiteit: ook voor golfers
Golfclub Midden-Brabant is niet Geo-gecertificeerd. Zowel Verhelst als de exploitant ziet er weinig meerwaarde in, terwijl het veel werk is. ‘In mijn visie koop je het label. Je moet er elk jaar een bedrag voor betalen’, zegt Verhelst. Bovendien kruipt er veel werk in. ‘Ik denk dat je als nuchtere greenkeeper altijd wel milieubewust bent, probeert zo goedkoop mogelijk in te kopen bij niet te veel verschillende leveranciers, aan afvalscheiding doet en aan ledverlichting denkt. Maar moet je dat ook allemaal registreren?’ Aan biodiversiteit werkt de baan de laatste jaren steeds meer. In de rough en oeverkanten wordt geprobeerd de biodiversiteit te verhogen met bloemenmengsels, wat goed ontvangen wordt door de leden. Er worden inheemse hagen en struiken geplant om voedsel en nestgelegenheid te bieden voor bijen en vogels. ‘Dat levert biodiversiteit en kleur op’, zegt Verhelst. ‘Biodiversiteit doe je ook niet alleen voor het milieu, maar ook voor de golfers. Het geeft een mooie uitstraling.’

Ook op andere manieren worden dieren geholpen. Zo hangen er sinds een paar jaar honderd spreeuwenkasten rond de baan, die verkocht werden aan leden. Verhelst heeft ze recent gecontroleerd en zag dat meer dan 75 procent bezet was door spreeuwen, wespen, boomklevers en mezen. Ook voor de eend wordt nestgelegenheid gecreëerd. Nesten van eenden vielen de laatste jaren regelmatig ten prooi aan predatoren. Op een aantal plekken in de vijvers zijn nu eendenkorven gezet om dat voortaan te voorkomen. Zelf heeft de golfbaan weinig last van wild. Vanwege de opkomst van everzwijnen vlak over de grens in België, is in 2020 besloten om de golfbaan geheel te omheinen met een raster van 5 km. Ook zijn wildroosters aangebracht, zodat de golfers zich toch kunnen verplaatsen.

‘We zeggen altijd: je rijdt van het geld uit de portemonnee van iemand anders’

Druk op de baan
Voor 2021 heeft Midden-Brabant een plan liggen om twee holes droger te maken. In samenwerking met Ernst Bos is een plan opgesteld om op de holes 9 en 10 met de Vibra Sandmaster zandsleuven in te brengen en ze helemaal opnieuw te draineren. Verheijen: ‘Het ledenaantal groeit; daardoor is het extra druk op de golfbaan. Te vaak liggen er nu negen holes uit vanwege bepaalde natte stukken. In het verleden hebben we al eens holes aangepakt, maar dan lag een hole er zo vier maanden uit. Dat willen we nu voorkomen. Door de holes aan te pakken, willen we vaker twee lussen openhouden. Als er nog natte plekken zijn, willen we die in dit traject allemaal meenemen.’