De renovatie van een kasteelhoeve lag aan de basis van de golfbaan van Falnuée in Mazy

Bron: GreenTechPower

In Falnuée begon het golfavontuur met de renovatie van een vervallen kasteelhoeve uit de 13de eeuw, die zich langs de Vallée de l’Orneau in Mazy (Gembloux) bevindt. 32 jaar later is het geheel uitgegroeid tot een 18-holesbaan met hotel. Het is nog steeds in handen van de familie Jottrand. Door de jaren heen legde Jean Jottrand het parcours verder aan. Hij legde daarbij de nadruk op het familiaal karakter van de club en het feit dat alle bevolkingsklassen er welkom zijn. Sinds een aantal jaren vinden de Belgian Masters jaarlijks plaats in Falnuée. Begin april spraken we af met Jean Jottrand.

Het verhaal achter de golfclub van Falnuée is dat van de familie Jottrand. In 1986 koopt Jean Jottrand een oude kasteelhoeve die al een tijdje niet meer bewoond is. Om die te kunnen renoveren -en omdat hij zelf al langer golf speelt- beslist hij om er een golfclub van te maken. De oorspronkelijke 40 ha bevinden zich op een sterk hellend landschap met onder andere twee waterlopen die het terrein doorkruisen. Jean Jottrand, architect van opleiding, is van mening dat het parcours zich moet aanpassen aan de natuurlijke hindernissen van het terrein, niet andersom. Bijgevolg werd er niet te veel grond verzet tijdens de aanlegwerkzaamheden. In een eerste fase werden de practice en 5 holes aangelegd. Drie jaar later waren de 18 holes van het parcours operationeel. Het parcours is opgebouwd in 3 lussen. Om zijn project mee te financieren, koos Jean Jottrand voor een coöperatieve vennootschap. Elk lid kocht één aandeel. De golfclub van Falnuée, die vandaag zo’n 500 leden telt, legt de nadruk op het familiaal karakter van de club. Door de jaren heen werd de oppervlakte van het terrein uitgebreid van 40 naar 60 ha. Ondertussen zijn de gebouwen van de oude kasteelhoeve gerestaureerd. Naast het clubhuis, een restaurant en feestzalen werd een hotel met 10 kamers aangelegd. Deze worden vooral bezet door buitenlanders die een paar dagen in ons land vertoeven om golf te spelen. Deze uitbreiding heeft als voordeel dat de risico’s gespreid zijn en dat er geld binnenkomt via andere, aanvullende activiteiten. De golfclub in zijn geheel biedt werk aan zo’n 20 mensen, waaronder drie greenkeepers.

Eigen mechanisatie
Jean Jottrand en de drie greenkeepers proberen alle onderhoudswerkzaamheden zelf in handen te nemen. Jean vervolgt: ‘Van bij het begin hebben we ervoor gekozen om geen beroep te doen op onderaannemers. Ik ben van mening dat wat we zelf doen meestal beter uitgevoerd wordt. Onze eigen mensen zijn enorm gedreven, kennen het parcours tot in de details en doordat ze hun dagen op het terrein doorbrengen, zien ze ook vlug wat er gedaan moet worden wanneer er zich een probleem stelt. Om het mechanisatiebudget te beperken, kopen we vaak tweedehands machines. Tegenwoordig beschikken we over zo’n 35 machines om ons parcours te onderhouden. Doordat we verschillende machines voor eenzelfde werk hebben, kunnen we ook vlugger werken als de omstandigheden ideaal zijn. Daarnaast kunnen we steeds verder als er eentje defect is. Destijds zijn we begonnen met Toro, een merk dat ons tot nu toe altijd voldoening gegeven heeft. Logischerwijs zijn de meeste van onze machines dus van hetzelfde merk. Ik heb trouwens altijd gekozen voor kwaliteitsvolle machines, die bovendien eenvoudig blijven en onderhoudsvriendelijk zijn. In principe onderhouden we de machines zelf, al wordt het er niet makkelijker op met de opkomst van de elektronica. Ik heb persoonlijk een voorkeur voor machines van de vorige generatie: ze waren onverwoestbaar, vielen maar zelden in panne, raakten overal door en waren zeer gemakkelijk te onderhouden. Maar we moeten met onze tijd mee …’.

Evolutie van de mentaliteit
Door de jaren heen merkte Jean Jottrand een ware evolutie in de mentaliteit van de mensen: ‘We hebben zo’n 500 leden, maar we merken dat het niet altijd eenvoudig is om jongeren aan te trekken of hen te boeien om golf te spelen. Daarnaast worden onze leden, zoals bij veel golfclubs trouwens, een stukje ouder en moeten we goed nadenken hoe we nieuwe spelers kunnen aantrekken op middellange termijn. Dankzij een dynamische aanpak en de familiale sfeer lukt het ons om de gemiddelde leeftijd te doen dalen. We hebben trouwens ook een golfschool in het leven geroepen om jeugd aan te trekken en de eerste resultaten zijn veelbelovend. Anderzijds stel ik vast dat spelers veeleisender zijn dan vroeger. Dat geldt niet alleen voor onze club, maar voor een heleboel maatschappelijke aspecten. Zo hebben we leden die de winter doorbrengen in Spanje. Ze spelen er ook golf en komen met nieuwe verwachtingen naar ons toe. Het is niet altijd evident om iedereen tevreden te stellen, vooral omdat we rekening moeten houden met onze weersomstandigheden. Maar het helpt ons ook om steeds het beste van onszelf te tonen om het parcours verder uit te bouwen en te verbeteren, tot grote tevredenheid van onze leden.’

Parcoursbeheer wordt ingewikkelder
Volgens het verhaal van Jean Jottrand werd het parcours destijds aangelegd met de eigenheid van de regio in gedachten. ‘Door de jaren heen hebben we duizenden bomen aangeplant, allemaal plaatselijke soorten, om het natuurlijk aspect te behouden. Daarnaast bevindt een deel van het parcours zich in een Natura 2000-gebied, dat volgens andere normen beheerd wordt om de biologische diversiteit te beschermen. In onze beginjaren heb ik heel wat vergaderingen van de GAB gevolgd. Ik vond het altijd leerrijk, maar door gebrek aan tijd volg ik de vergaderingen intussen niet meer. Op die bijeenkomsten heb ik veel greenkeepers leren kennen.’ ‘Door de zero-fytowetgeving zijn we genoodzaakt om onze manier van werken verder aan te passen. Persoonlijk vind ik dat deze wetgeving te ver gaat. De golfclubs springen voorzichtig om met fyto’s en ook de toediening van meststoffen wordt grondig beredeneerd. Het gebruik van fyto’s volledig verbannen, heeft dus weinig zin. Het brengt bovendien andere problemen mee. In het najaar zorgde fusarium voor heel wat problemen en zonder aangepaste producten staan we zo goed als machteloos. Daarnaast worden de leden steeds veeleisender en moeten we ervoor zorgen dat het parcours er altijd perfect uitziet.’ Jean Jottrand besluit: ‘Ik heb de laatste 30 jaar eigenlijk nooit stil gezeten. Naar de toekomst toe zou ik nog het laatste gedeelte van de kasteelhoeve willen verbouwen. Verder blijven we het parcours verder aanleggen en verbeteren waar nodig. Op een golfterrein is er altijd wat te doen … En maar goed ook, zo verveel ik me nooit!’